Tijd als elastiek
‘Wat is het nu, drie weken thuis?’ Met die vraag opende Arjen Lubach zijn zondagavondprogramma op 8 april. ‘Ja, het voelt als acht, maar het is week drie’, antwoordde zijn sidekick Tex de Wit. ‘Het voelt als dertig!’ overtroefde Lubach hem. Hij leek te willen zeggen: man, wat duurt dit lang, ik heb mijn buik vol van die lockdown. Maar hij wees en passant op iets interessants: de tijd vertraagt dezer dagen.
Als jullie deze column lezen, is het zeven weken geleden dat de eerste coronabesmetting in Nederland bekend werd. Handen schudden is krap zes weken in de ban. Zeven weken geleden was het leven dus nog normaal, of wat daarvoor door moest gaan. Ik vind het onvoorstelbaar. Alleen al de 72 uur half maart die begon met het verbod op bijeenkomsten van meer dan honderd mensen en eindigde met de sluiting van horeca en scholen, leek een universum te bestrijken.
Gisteren deinsde ik terug voor mijn zoon toen hij me om de nek wilde vliegen
Gisteren deinsde ik terug voor mijn eigen zoon, de puber, toen hij me in de voortuin om mijn nek wilde vliegen. Hij kwam van buiten. O ja, realiseerde ik me: met jou mag het wel. In moordtempo zijn de nieuwe mores onder onze huid gekropen. De tijd lijkt van elastiek, een elastiek dat op dit moment flink wordt uitgerekt.
Dit alles deed me denken aan het beroemde boekje Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt van psycholoog Douwe Draaisma. Hierin noemt hij enkele verklaringen voor het fenomeen van de elastieken tijd. Een van de redenen dat de tijd sneller lijkt te gaan als mensen ouder worden, is simpelweg dat er weinig nieuws meer gebeurt. Door het gebrek aan nieuwe indrukken lijkt de ene dag op de andere. Dat doet de tijd slinken. Het omgekeerde geldt ook: periodes waarin veel gebeurde en waaraan we imposante herinneringen hebben – onze jeugd, heftige gebeurtenissen, bijzondere reizen – lijken disproportioneel lang te hebben geduurd. Dan smeert de tijd zich uit.
In extreem prikkelrijke periodes, zoals nu, vertraagt de tijd dus het meest. ‘Het geheugen ordent onze ervaringen in de tijd zoals een schilder de ruimte ordent met perspectief’, haalt Draaisma de Franse filosoof-psycholoog Jean-Marie Guyau (1854-1888) aan. Van invloed op onze tijdbeleving – duur en tempo – zijn volgens Guyau onder meer de intensiteit van de gebeurtenissen, hun afwisseling, het tempo waarin ze elkaar opvolgen, de aandacht waarmee ze worden gevolgd en de emoties die ze oproepen. Alsof hij ons welkom heet in het voorjaar van 2020.
Ik vind het een geruststellende verklaring. In zekere zin geven we onszelf extra tijd om alle veranderingen tot ons te nemen en het effect te overdenken, de realiteit te herijken. Gisteravond maakte ik een wandeling met een vriendin. We liepen in de richting van de duinen, roken de zee en zagen het strijklicht van de ondergaande zon op elkaars gezicht. ‘Dat zo’n eenvoudige wandeling zo intens als vrijheid kan voelen’, zei ze.
Auteur:
Brenda van Osch is journalist, schrijver (‘Het onvoltooide kind’). Ze woont in Haarlem met haar zoons. Haar gehandicapte dochter Eva woont op een woongroep. brenda.van.osch@fd.nl
Lees ook: de eerdere columns van Brenda van Osch.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekend magazine van Het Financieele Dagblad over mensen, cultuur, lifestyle, reizen, carrière en personal finance.